Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En toen zij tot haar [26]vader Rehuel kwamen, zo sprak hij: [27]Waarom zijt gij heden zo haast wedergekomen? 26. Dat is, grootvader; alzo wordt het woord genomen 2 Kon.14:3, en 2 Kon.16:2, en 2 Kon.18:3. Deze was een Midianiet, Hobabs of Jethros vader, Num.10:29. 27. Hebreeuws, waarom hebt gij heden gehaast te komen?